Voorbeelden: |
|
(Fonetische
tekens zijn tussen [ ] gezet) |
Korte
klinkers |
|
Lange
klinkers |
a zoals in
mak [a]; b.v. Gat 'gat', falsk
'vals', kanne 'kennen' |
|
aa zoals in
aap [a:]; b.v. Taal 'dal', maast
'meest' |
ä zoals e
in lek [e];
b.v. Fäk 'vak', fäl 'fel', rädje
'redden' |
|
ää
ongeveer1 als è in Frans mère
[e:]; b.v. sääd
'verzadigd', fääst 'vast' |
e zoals in
de [b];
b.v. Häidene 'turfhok', et
'het', bekoand |
|
ee ongeveer1
zoals ee in meer [e:]; b.v. leet
'laat', Steen 'steen' |
i zoals in ik
[I]; b.v. Wille 'wil', licht
'licht', bidje 'verzoeken' |
|
ie zoals ie
in Engels thief [i:]; b.v. Sies
'kaas', liek 'recht'* |
o zoals in lokje
[]]; b.v. Stok
'stok', konne 'kunnen' |
|
oa ongeveer1
zoals o in roze []:]; b.v. Toal
'de deel', Hoase 'haas' |
ö zoals in Duits Hölle
[]; b.v. bölkje 'loeien' |
|
öä ongeveer1 zoals eu
in leuk [:]; b.v. Köäkene
'keuken' |
u zoals o in
bok [S];
b.v. Stuk 'stuk', Buk 'bok' |
|
oo ongeveer1
als oo in voar [o:]; b.v. Dook
'mist', groot 'groot', Hoose 'kous' |
ü as u yn zusje
[Y]; b.v. düt 'dit', wül
'wel' |
|
öö ongeveer1
als eu in geur [ø:]; b.v. Grööte
'grootte', drööme 'dromen' |
|
|
uu ongeveer1
als oe in boer [u:]; b.v. fuul
'veel', suur 'zuur', Buuk 'buik'* |
|
|
üü
ongeveer1 zoals uu in vuur
[y:]; b.v. Püüt 'buidel', wüül
'wilde'* |
|
|
* Deze
klinkers worden soms lang, soms korter uitgesproken. |
|
|
1 Maar dan zonder
'draaitje'. |
Tweeklanken (Die
hebben altijd de klemtoon op het begin). |
ai zoals i in Engels high
[ai]; b.v. nai 'na', Sail 'zeil',
taie 'duwen' |
äi zoals ij in hij
[ei]; b.v. näi
'nieuw', Schäip 'schaap', Fäite
'voeten' |
au ongeveer zoals in gauw
[a:u] ; b.v. gau 'snel', kauje
'kauwen' |
äuw als een korte è + oe
[eu]; b.v. häuw
'hieuw', stäuwen 'gestoven' |
eeuw zoals eeuw in sneeuw
[e:u]; b.v. scheeuw 'scheef', leeuwe
'geloven' |
ieuw zoals ieuw in nieuw
[i:u]; b.v. Lieuw 'lijf', ieuwen
'even' |
oai zoals (Saterlands) oa +
i []:i];
b.v. Koai 'sleutel', oain
'eigen', loaierje 'luieren' |
oi zoals (Saterlands) o + i
[]i]; b.v. schoi
'honend', Moite 'moeite', bloie
'bloeien' |
öi zoals ui in buien
[i]; b.v. fröier 'vroeger', öile
'wroeten' |
ou zoals ouw in touw
[]u]; z.B. goud
'goed', Douk 'doek' |
|
Medeklinkers |
Meestal uitgesproken en geschreven zoals in
het Nederlands. Enige bijzonderheden: |
ch zoals in het Nederlands [x]; b.v.
licht 'licht', wäch 'weg', laachje
'lachen' |
f in plaats van v aan het woordbegin;
b.v. Foar 'vader', ferkoopje 'verkopen',
ful 'vol' |
g aan het woordbegin bij de meeste
sprekers zoals in Engels good, Duits gut,
b.v. Gould 'goud', groot
'groot'. |
g in andere gevallen zoals in vragen,
b.v. dreege 'dragen', plougje
'ploegen', |
j na veel medeklinkers; b.v. djoop
'diep', Fjuur 'vuur', gjucht 'recht;
erg', Kjuus 'kruis', ljoo 'lief',
Mjuks 'mest', Stjuur 'stuur', tjuk
'dik'. |
ks in plaats van x; b.v. Okse
'os', niks 'niets' |
kw in plaats van qu; b.v. Kwoal
'kwaal', kwäd 'zegt' |
nk zoals in zinken [tk]; b.v. Droank
'drank', linker 'linker', maar als n + k
[nk] in verkleinwoorden: Tuunke 'tuintje' |
r is gewoonlijk een tongepunt-r
[r], b.v. rood 'rood', fiere
'rijden', deer 'daar' |
r wordt voor medeklinkers gewoonlijk
afgezwakt tot e [b]; b.v. in Fuurke
'vork', Boart 'baard' |
s aan het woordbegin scherp zoals in
Engels sister [s] ; b.v. seer 'zeer,
pijnlijk', sitte 'zitten', Sunne
'zon',
maar stemhebbend [z] tussen klinkers en zo: b.v. weese
'zijn', bloasje 'blazen', maar met [s] in
paasje 'passen'. |
sch zoals in het Nederlands [sx];
b.v. Schip 'schip', scheen 'schoon' |
sl, sm, sn, sp, st, sw ongeveer als
in het Nederlands; b.v. släipe 'slapen',
Smoacht 'honger', sniede 'snijden'
, Splinter 'splinter', switte 'zweten' |
ts in b.v. Mutse 'muts', Wätseldai
'werkdag' |
|
Vreemde woorden
houden de in het Duits gebruikelijke spelling,
behalve voor die delen waar de uitspraak in het
Saterlands anders is; b.v. in akroat 'accuraat,
precies', kontrollierje 'kontroleren', praktisk
'praktisch' |
|
Twee moeilijkheden
De spelling van Fort heeft twee eigenschappen
die niet zo goed bij de Duitse spelling passen:
1. De lange klinkers moeten in open
lettergreep enkel worden geschreven, (net zoals in
het Nederlands), dus Bome, meervoud van Boom
'boom'.
2. Om de scherpe begin-s
beter te laten uitkomen moet de stimhebbende s
als z worden geschreven worden, dus leze
'lêze'.
In de praktijk ziet men dikwijls
dat deze moeilijkheden worden omzeild doordat men
schrijft: Boome, leese enz. Aan het einde
van een woord blijven dan evenwel de enkele o
en u behoudeden: so, nu.
Dat wordt ook in deze cursus toegepast. |
|